Moet het bedrijf enkel rapporteren over de activiteit(en) waarvoor de rapportagedrempel wordt overschreden, of moet altijd de gehele module worden ingevuld? 

In principe moet alleen de uitstoot en/of het afval ten gevolge van E-PRTR-activiteiten worden gerapporteerd of van activiteiten (bronnen) die daarmee direct samenhangen. De emissie en het afval uit andere bronnen (activiteiten) van de inrichting moeten in principe niet worden meegenomen. Als het echter moeilijk is deze scheiding aan te brengen dan moet de totale uitstoot of afval worden gerapporteerd. In veel gevallen zal de totale uitstoot/afval van een inrichting onder de E-PRTR-rapportageplicht vallen.

Bij de rapportage moet worden bekeken welke activiteiten en installaties samenhangen met de activiteit waarvoor de drempel wordt overschreden. Voorbeeld: Bij een afvalverwerkingsbedrijf staat een stookinstallatie. De stookinstallatie haalt de drempelwaarde van bijlage I van de E-PRTR-verordening niet, maar wordt wel gebruikt voor de verwerking van het afval (de activiteit waarvoor het bedrijf rapportageplichtig is). Dan moeten de gegevens van de stookinstallatie wel gerapporteerd worden omdat deze onderdeel uitmaken van de onder E-PRTR vallende activiteit van afvalverwerking. Is er een stookinstallatie aanwezig, maar wordt deze enkel gebruikt voor bijvoorbeeld het verwarmen van een kantoor, dan hoeven de gegevens die betrekking hebben op de stookinstallatie niet te worden meegenomen in de rapportage.


Vertrouwelijkheid, hoe ga je daarmee om? 

Vanwege allerlei wijzigingen, zoals in het kader van de Wet open overheid (Woo), de Omgevingswet, de ontwikkelingen in Europa met betrekking tot de IED en E-PRTR en de daarom inmiddels ingetrokken Circulaire vertrouwelijke behandeling, is het beeld over welke gegevens wel of niet als vertrouwelijk zijn aan te merken in de praktijk niet meer volledig (duidelijk). Door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt gewerkt aan een actualisatie van de genoemde circulaire. De ontwikkeling van de jurisprudentie naar aanleiding van reeds ingediende Woo-verzoeken is daarvoor medebepalend.

Hieraan raakt artikel 10.45 van het Omgevingsbesluit. Hierin staat hoe het bevoegd gezag moet handelen bij geheimhouden van gegevens.


Kun je enkel vanuit de vergunning een milieuverslag verlangen? 

Enkel de bedrijven die onder de reikwijdte van de E-PRTR-verordening vallen zijn rapportageplichtig. Het is dus niet mogelijk om enkel vanuit de milieuvergunning een milieujaarverslag af te dwingen.


Mag je data van voorgaande jaren gebruiken? 

Alleen als er geen recentere en/of betere gegevens beschikbaar zijn is dit toegestaan. De rapportage moet namelijk de best beschikbare informatie bevatten. Indien er gerapporteerd wordt met meetgegevens die enkele jaren oud zijn, kan het zo zijn dat deze gegevens toch de beste beschikbare informatie vormen. Het kan als de installaties en de bedrijfsvoering niet zijn veranderd, als de installaties in een goede staat van onderhoud verkeren en als emissies rechtstreeks in verband staan met input van grondstoffen. De beoordelende instantie bepaalt uiteindelijk of met de aangeleverde gegevens gerapporteerd wordt op basis van beste beschikbare informatie.

 

Als een bedrijf van eigenaar verandert of failliet gaat, hoe werkt dat uit t.a.v. de rapportageverplichtingen? 

De rapportageplicht is verbonden aan het feit dat een bedrijf over een vergunning beschikt om bepaalde activiteiten in een bepaalde omvang te verrichten. Wanneer de inrichting van eigenaar verandert, heeft dat geen invloed op de vergunning zo lang er niets aan de activiteiten verandert. Wanneer een bedrijf failliet gaat en de activiteiten worden niet voortgezet, zal op enig moment de vergunning ambtshalve dan wel op verzoek (bijvoorbeeld van de curator) worden ingetrokken. In het jaar dat de vergunning wordt ingetrokken, is het bedrijf nog rapportageplichtig.


Onze organisatie wil uitstel aanvragen voor het e-MJV.  Hoe kan ik dit doen?

Het Besluit activiteiten leefomgeving kent geen uitstel van het indienen van het verslag. Artikel 5.9 stelt slechts dat het verslag uiterlijk 31 maart wordt ingediend. Het bevoegd gezag moet uiterlijk 30 juni het verslag beoordelen (artikel 11.57 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)) en aangeven of het verslag voldoet. Uitstel zal daarom de tijd voor de beoordeling inperken. Het bevoegd gezag kan degene die de activiteit verricht, in eerste instantie informeel, in de gelegenheid stellen om gebreken te herstellen, als het PRTR-verslag niet voldoet aan de gestelde eisen (of niet is ingediend). Ook kan het bevoegd gezag een last onder dwangsom opleggen.


Kan een verslag later worden afgekeurd dan 1 juli? Hoe gaat dat in zijn werk? 

De beoordelende instantie kan een E-PRTR-verslag afkeuren en hiermee verklaren dat het verslag niet voldoet aan de eisen die in de EG-Verordening E-PRTR zijn opgenomen. Voor tijdig ingediende verslagen (dus voor 1 april) moet de beoordelende instantie normaliter uiterlijk 30 juni de rapportage goed- of afgekeurd hebben (een negatieve verklaring hebben afgelegd).

De beoordelende instantie mag op grond van artikel 11.58 (Bkl) haar verklaring met 3 maanden verdagen. Dit moet de beoordelende instantie wel uiterlijk op 30 juni aan de vergunninghouder bekend maken. Wanneer het bedrijf het verslag niet tijdig indient, wordt de datum waarop de beoordelende instantie verklaart dat het verslag niet voldoet automatisch uitgesteld tot 30 september.

Echter, indien blijkt dat het verslag onjuiste of onvolledige gegevens bevat of anderszins onjuist is dan kan de beoordelende instantie tot 5 jaar na afloop van het verslagjaar alsnog de rapportage afkeuren (verklaren dat het verslag niet voldoet), op basis van artikel 11.57 lid 5 van het Bkl.