Het Integraal PRTR-verslag is een jaarlijkse milieurapportage door industriële bedrijven, waarin zij rapporteren over hun afval, energie- en watergebruik en emissies naar lucht, water en bodem. Het Integraal PRTR-verslag bestaat uit de rapportage in het kader van de Europese PRTR-verordening, aangevuld met noodzakelijke bevragingen om milieubeleid te ontwikkelen en te monitoren en te kunnen voldoen aan internationale rapportageverplichtingen (bijvoorbeeld voor het Kyoto-protocol, LPC-richtlijn en de richtlijnen voor luchtkwaliteit). De beoordelende instantie moet toezien op een correcte rapportage door de bedrijven.

Welke bedrijven?

Welke bedrijven?

De reikwijdte van de wet- en regelgeving voor het Integraal PRTR-verslag sluit volledig aan bij die van de EG-verordening PRTR; alleen bedrijven waar activiteiten worden verricht die in Bijlage 1 van de EG-verordening PRTR staan vallen onder de rapportageplicht. Een actuele lijst met industriële E-PRTR-bedrijven vindt u hier.

Hoe werkt het?

Hoe werkt het?

Bedrijven die onder de reikwijdte vallen moeten gedurende het jaar hun emissies en afval registreren. Bij het overschrijden van de desbetreffende drempelwaarde rapporteren zij over hun emissies en/of afval in het daarop volgende jaar. Het bevoegd gezag ziet toe op een correcte rapportage door de bedrijven. Voor het opstellen en beoordelen van de rapportage gebruiken de bedrijven en overheidsinstanties het e-MJV.

Een bedrijf dat onder de reikwijdte van de verordening valt hoeft pas te rapporteren als in het verslagjaar de drempelwaarde(n) voor één of meerdere stoffen uit de stoffenlijst of voor afval* wordt overschreden. Wel moeten alle PRTR-bedrijven een meet- en registratiesysteem hebben dat is afgestemd op de rapportageverplichtingen en op basis van de hierin vastgelegde gegevens eventueel afdoende kunnen aantonen dat niet hoeft te worden gerapporteerd. Valt een bedrijf onder de reikwijdte van de verordening, dan dient dit jaarlijks opnieuw te worden bekeken.

* Er zijn twee drempelwaarden voor afval: meer dan 2 ton gevaarlijk afval en/of 2.000 ton ongevaarlijk afval. Als één van de twee drempelwaarden wordt overschreden, moet een inrichting de gehele module Afval invullen voor zowel gevaarlijk als ongevaarlijk afval.

Waar is het vastgelegd?

Waar is het vastgelegd?

De Europese PRTR-verordening is rechtstreeks werkend. Er bestaat ook een Europees richtsnoerendocument met uitleg en toelichting op de PRTR-verordening; daarnaast is er nationale regelgeving.

Inhoud Integraal PRTR-verslag

Inhoud Integraal PRTR-verslag

Het Integraal PRTR-verslag bevat alleen de informatie die de overheid écht nodig heeft om de voortgang van het milieubeleid te monitoren, milieuprestaties van bedrijven te volgen en te kunnen voldoen aan internationale rapportageverplichtingen.

De rijksoverheid, het bedrijfsleven, het IPO, de VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) en de Unie van Waterschappen hebben afspraken gemaakt over de inhoud van het Integraal PRTR-verslag, over de aanvulling ten opzichte van de E-PRTR-rapportage. Voor een belangrijk deel gaan deze over de stoffenlijst en te hanteren drempelwaarden voor de emissies. Deze drempelwaarden bepalen of een bedrijf een rapportageplicht heeft voor de desbetreffende stof.

Het Integraal PRTR-verslag kent de volgende aanvullingen ten opzichte van de E-PRTR-rapportage:

  • Voor het Integraal PRTR-verslag zijn aan de E-PRTR-stoffenlijst voor de uitstoot naar lucht een aantal aanvullingen gedefinieerd. Voor 17 zeer belangrijke stoffen voor milieubeleid en/of andere internationale rapportageverplichtingen zijn lagere drempelwaarden vastgesteld dan de drempelwaarden in de EG-verordening PRTR (bijlage II van de verordening). 6 prioritaire stoffen zijn toegevoegd aan de stoffenlijst.
  • Voor emissies naar water gelden de drempelwaarden uit de EG-verordening PRTR. Echter, bedrijven wordt gevraagd ook stoffen onder de drempelwaarden vrijwillig te rapporteren, zodat de beoordelende instantie snel en gemakkelijk kan controleren in hoeverre de drempelwaarden worden overschreden. Daarbij kan worden volstaan met minder uitgebreide metingen of berekeningen/schattingen dan bij emissies boven de drempelwaarden.

>Meer informatie

Procedure Integraal PRTR-verslag

Procedure Integraal PRTR-verslag

Een uitgebreide beschrijving van de procedure voor indiening en beoordeling van het Integraal PRTR-verslag is opgenomen in de Leidraad Milieujaarrapportages.

>Meer informatie over enkele hoofdzaken weergeven.

Vertrouwelijke behandeling van bedrijfsgegevens

Vertrouwelijke behandeling van bedrijfsgegevens

Er geldt één regime voor het omgaan met verzoeken tot vertrouwelijke behandeling van gegevens. Verzoeken om vertrouwelijke behandeling worden buiten het e-MJV om gedaan. De Leidraad Milieujaarrapportages bevat hierover nadere aanwijzingen; daarnaast heeft het ministerie van IenW in het najaar van 2008 de Circulaire Vertrouwelijke behandeling van bedrijfs-, fabricage- en NAW-gegevens over dit onderwerp uitgebracht.

De hoofdregel is: emissiegegevens zijn altijd openbaar. Bedrijfs-, fabricage- en NAW-gegevens (voor zover het geen emissiegegevens zijn) kunnen slechts onder bepaalde omstandigheden als vertrouwelijk worden aangemerkt en als zodanig worden behandeld. De circulaire gaat in op afwegingen en voorwaarden die daarbij een rol spelen.

Bevoegde gezagen en het Integraal PRTR-verslag

Beoordelende instanties en het Integraal PRTR-verslag

Validatie van PRTR-gegevens staat in het teken van geloofwaardigheid, volledigheid en consistentie van de gerapporteerde gegevens. Daarnaast is tijdigheid van indiening van het Integraal PRTR-verslag van groot belang: indiening dient uiterlijk voor 1 april in het jaar volgend op het verslagjaar plaats te vinden.

Beoordelende instanties beoordelen het Integraal PRTR-verslag in een aantal fasen:

  1. Gedurende het jaar beoordelen zij de organisatie rondom de verslaglegging, zoals het meet- en registratiesysteem en de aanwezigheid van milieuzorgsystemen. Hiermee wordt in algemene zin een beeld gevormd van de geloofwaardigheid, volledigheid en consistentie van de rapportage door het bedrijf. De beoordelende instantie kan hiervoor een bedrijfsbezoek afleggen.
  2. In de periode vanaf 1 april (of zoveel eerder als mogelijk) tot 1 juli van het desbetreffende jaar beoordelen beoordelende instanties het Integraal PRTR-verslag, dat zij via het e-MJV van het bedrijf hebben ontvangen. Hierbij gelden wederom geloofwaardigheid, volledigheid en consistentie als belangrijkste pijlers. Gebruikmaking van het, gedurende het jaar, verzamelde informatie dient het valideringsproces te versnellen.

De validatie door de beoordelende instantie dient voor 1 juli te zijn afgerond (inclusief het beoordelen van eventuele aanvullingen).

Wat gebeurt er met de gerapporteerde informatie?

Wat gebeurt er met de gerapporteerde informatie?

De overheid gebruikt de gerapporteerde gegevens om zich een beeld te vormen over de toestand van het milieu en de bronnen van verontreiniging, zodat maatregelen gericht ingezet kunnen worden. Daarnaast heeft Nederland de gegevens nodig om aan de Europese Commissie en de Verenigde Naties te kunnen rapporteren over de uitvoering van internationale afspraken, zoals het Kyoto-protocol, de richtlijnen voor luchtkwaliteit en de Kaderrichtlijn Water. Lokale en regionale overheden gebruiken de PRTR-verslagen in het kader van het toezicht op bedrijven.

Verder wordt de informatie uit de verslagen conform het Verdrag van Aarhus openbaar gemaakt op http://www.emissieregistratie.nl/ om burgers en instellingen toegang te geven tot informatie over bronnen van vervuiling in hun omgeving. Dit laatste betreft overigens alleen openbaarmaking van gegevens op inrichtingsniveau (en niet op installatieniveau). Voor zover de informatie voortvloeit uit de EG-verordening PRTR, wordt deze aan de Europese Commissie gestuurd en opgenomen in een Europees emissieregister, het E-PRTR. In het e-MJV is sinds verslagjaar 2010 een overzicht beschikbaar van de emissiegegevens die aan de Europese Commissie gestuurd zullen worden.